SPETTERS
Mei 2023
Zoals misschien bekend schreef ik de muziek voor slechts één echte grote speelfilm. Slechts, ja, want dat verbaast me zelf ook wel een beetje. En de reden van die uitverkiezing had ik (vermoed ik) nog niet eens te danken aan de kwaliteit van de muziek, maar gewoon omdat Kayak toen op het commerciële hoogtepunt van zijn bestaan was en in ieder geval een flink deel van het jongere publiek aansprak- en dat was nu net het publiek dat de makers van de film wilden bereiken. Onze manager rook zijn kans en wist tot mijn niet geringe verbazing een deal te sluiten. Achteraf betwijfel ik of de regisseur misschien niet een heel klein beetje gedwongen was door de producent Joop vd Ende, om de muziek door Kayak te laten verzorgen.
Ik heb het natuurlijk over ‘Spetters’ uit 1980. De regisseur was Paul Verhoeven, die kort daarna naar de VS vertrok om daar nog een aantal succesvolle films te maken, waarvan de meest spraakmakende toch wel ‘Basic Instinct’ was, met wat ik hier maar even het inkijkje van actrice Sharon Stone zal noemen.
Je kan veel van Verhoeven zeggen, maar ‘subtiel’ hoort daar niet bij. Ook Spetters werd, behalve door veel geweld, opgevrolijkt met platte blootscenes waarvan in elk geval mïjn fantasie niet bepaald op hol sloeg. Wij noemen dat thuis het verplichte bloot dat kennelijk in elke vaderlandse film nodig schijnt te zijn. Zelden wordt er iets gesuggereerd, of spanning opgewekt door iets juist niet te doen of te zeggen. Net zoals de meeste dialogen in Nederlandse films is het meestal ‘what you see/hear is what you get.’ De kijker wordt nauwelijks gestimuleerd de onderliggende gedachtes van de acteurs te raden, want ze zeggen namelijk al wat ze denken. Ja, je mag zeggen wat je denkt. Holland ten voeten uit.
Goed, de muziek dus. De producent koos voor een instrumentaal nummer dat wij al opgenomen hadden voor het album ‘Persicope Life’ getiteld ‘Lost Blue Of Chartres.’ Dat had natuurlijk niets te maken met het onderwerp van Spetters (even in het kort: motorcross, streng gereformeerd milieu, sex, homo’s, snackbar, zelfmoord) maar dat maakte mij weinig uit, een film is een film. Omdat Lost Blue nogal beschouwend en melancholiek van sfeer is, moest er ook nog een stevig uptempo nummer komen dat aansloot op die motorcross. Dat werd Theme From Spetters, ook instrumentaal.
Ik kreeg de ruwe montage van de film thuis. Verhoeven vereerde me met een bezoekje om uit te leggen wat de bedoeling was. Wat vooral bleef hangen bij mij was zijn opmerking dat Rogier van Otterloo financieel aardig was ‘binnengelopen’ doordat Verhoeven zijn muziek had gebruikt in films (zoals Turks Fruit en Soldaat van Oranje). Dat leek me een uitermate aantrekkelijk vooruitzicht en enthousiast toog ik aan het werk.
Van beide thema’s nam ik een aantal versies op (korter, langer, anders gearrangeerd, met en zonder Kayak) die naar mijn idee pasten bij de diverse scenes waar muziek gewenst was en leverde de tapes in. Verhoeven verdween vervolgens met alle materiaal naar Berlijn om daar de film te monteren. Ook de muziek dus.
Toen ik de uiteindelijke montage terug zag kreeg ik al gauw in de gaten dat mijn muziek veelal op totaal andere plaatsen was gebruikt dan waar ik dat had bedoeld. Waarom ik in hemelsnaam die ruwe filmversie had gekregen, geen idee, maar die moeite had hij zich kunnen besparen. Ik had net zo goed lukraak maar wat kunnen maken en zeggen: asjeblieft, doe er wat leuks mee, zie maar. Nou ja, het was mijn eerste- en Verhoeven’s zoveelste film, dus ik dacht: hij zal er wel verstand van hebben en weten wat hij doet, maar een beetje overleg was toch wel zo aardig geweest. Desalniettemin- nog altijd geen reden tot zeuren als ik er door zou ‘binnenlopen’.
De officiële premiere was in het legendarische Tuschinski Theater te Amsterdam. Op Wikipedia staat het Rotterdamse Corso vermeld, maar ik herinner me dat anders. Alle direct betrokken makers, dus ik ook, werden in elk geval om de hoek in een limousine geladen en 100 meter verder voor de deur weer afgezet. Glitter en glamour in Nederland, jawel! Na afloop werden we op het podium even in het zonnetje gezet, en dat was meteen de laatste keer dat ik Paul Verhoeven zag.
Oh nee, dat klopt niet. Ergens in 2004 keerde Verhoeven terug uit Amerika, en speciaal voor hem werd er bij die gelegenheid in Paradiso een soort welcome-back-party georganiseerd. De vraag kwam, ik weet niet meer van wie, of Kayak ter verhoging van de feestvreugde bij die gelegenheid ‘Spetters’ live wilden komen spelen, speciaal voor Paul. Prima, doen we, tuurlijk. Dat leek me meteen een mooie gelegenheid om eens te polsen of hij misschien nog muziek nodig had voor een film. Nou, zo ver is het niet gekomen.
Zelden zo’n zinloos optreden gedaan, en dat zegt wat. Het officiële gedeelte was net afgelopen, en na de aankondiging zetten wij het rockende Theme from Spetters in. Tot mijn verbazing wenden vrijwel alle gasten zich vrijwel direct daarna van het podium af, alsof wij daar helemaal geen lawaai stonden te maken. Laat ik het zo zeggen: ik geloof niet dat iemand in de zaal verder last van ons had, maar dat is dan ook ongeveer het meest positieve wat ik over die avond kan melden. De band keek al spelend slechts tegen ruggen aan van de dames en heren genodigden, die ons volstrekt negeerden en alleen met elkaar en met Paul (als die in de buurt kwam) bezig waren. Ik durf te zeggen dat spelen met Kayak in zaal De Witte Paarden te Steenwijkerwolde, waar de vloer aan het eind van de avond gewoonlijk 5 cm hoger lag door de weggesmeten en kapot getrapte bierglazen, motiverender was.
Na afloop lukte het me nog wel om Paul Verhoeven te vinden om even hallo te zeggen. Daar bleef het helaas bij. Toen we in de drukte aan elkaar werden voorgesteld keek Paul mij alleen maar een beetje glazig aan en knikte iets van ‘ja hoi’, en liep door. Misschien de drukte, het gedoe, of wilde hij ook liever naar huis in plaats van leuk en gezellig doen tegen al die slijmende opportunisten.
Ik vermoed echter dat hij werkelijk geen idee had wie ik was. Het feit dat wij gratis en voor niks zijn feestje hadden opgeleukt met nota bene de titelsong van een van zijn films had blijkbaar totaal geen indruk gemaakt.
Spijt van Spetters? Zeker niet. Ik heb in mijn professionele leven altijd drie checkpoints aangehouden die bepaalden of ik iets wel of niet moest doen. Dat zijn, in niet toevallige volgorde: 1) Lijkt het je leuk? 2) Zo niet, kun je er iets van leren? 3) Zo niet, verdient het een beetje? Spetters scoorde in elk geval op twee van de drie punten een ruime voldoende.
En inderdaad, Paul Verhoeven heeft daarna nooit meer een film gemaakt met mijn muziek.
(Wikipedia: De film werd gekraakt door de critici en verafschuwd door de gevestigde orde. Het grove taalgebruik, de vele seks- en geweldsscènes, en het immorele en pessimistische karakter van de film veroorzaakte veel opschudding in Nederland. Mensen demonstreerden bij de bioscopen en raadden bezoekers af om naar de film te gaan. Er werd zelfs een actiegroep opgericht die pleitte voor een algeheel verbod op de film.)